Ontwikkelingshulp.
Door: J.W,A. Langendijk
Blijf op de hoogte en volg Jan Willem
20 Januari 2013 | Ethiopië, Addis Abeba
Wij, de generatie die kort na de tweede wereldoorlog geboren is, dachten de wereld wel even te kunnen verbeteren. Onze ouders hadden er een puinhoop van gemaakt, en waren die aan het opruimen terwijl we opgroeiden. In 1968 was het zover dat we meenden met een enorme democratiseringsgolf de betere wereld zomaar te kunnen bewerkstelligen. En uiteraard moest er bijstand komen voor alle minder bedeelden. We leefden in een tijd van sterk opgaande economie, waarin de bomen tot in, of zelfs voorbij de hemel groeiden. Het kon niet op. En niet alleen nationaal, ook internationaal moest alles beter. Armen moesten geholpen worden. En zo werd 'ontwikkelingshulp' uitgevonden en uitgevoerd.
Het boek 'The White Mans Burden' van William Easterley (ook in het Nederlands te lezen: ISBN 9789046803011; ik zag dat het slechts €7.90 kost bij Bol.com, terwijl de Amerikaanse versie bij Amazon.com $12,24 kost!) maakte in 2007 althans aan mij duidelijk dat we het helemaal mis gedaan hadden. Door steeds maar bakken met geld richting de armen te sturen, leerden die dat je hand ophouden loont, en dat zelf iets ondernemen door die 'hulp' tegengewerkt wordt: tegen de dumpprijzen van 'het Westen' (vaak door datzelfde Westen gesubsidieerd, en dan heet het dus ontwikkelingshulp) kan je als lokale ondernemer niet concurreren.
Kortom: we hebben het verkeerd gedaan. Dat is de laatste jaren eigenlijk ook wel bij iedereen die daarmee te maken heeft duidelijk aan het worden. En dus veranderen de strategieën: niet meer grote hoeveelheden geld en goederen sturen, maar microkredieten aan kleine initiatiefrijke ondernemers geven, die daarmee hun eigen bedrijfje kunnen starten, en een lokale economie kunnen helpen omhoog te werken. In plaats van mensen vis te geven. Leer je ze vissen, is de gedachte. Of anderszins voedsel verbouwen en produceren.
Steeds meer (ontwikkelings)organisaties gaan die gedachte aanhangen en niet alleen uitdragen, maar ook uitvoeren. Dat komt er op neer dat het financieren van 'lopende kosten' zoals salarissen, gebouwhuur en/of onderhoud, niet meer gedaan wordt. Een project (helpen) opzetten, daar is nog wel (wat) geld voor, maar als het er een keer is zou het zichzelf moeten bedruipen en aan de gang houden. 'Sustainability', is de modeterm nu: te vertalen met duurzaamheid. En ontwikkelingshulp heet nu ontwikkelingssamenwerking. Newspeak, noemde George Orwell dat in zijn boek 1984. Mag ik dat vertalen met 'eufemisme'? Dat zou niet aardig zijn, want zowel de bedoeling als de achterliggende gedachten zijn sympathiek.
Tja. Daar is niets tegen, zou je zeggen. Maar nu hoe het werkt.
Onze partner-organisatie in Ethiopië heeft wel gehoord dat ergens in de verre toekomst mogelijk iets zou kunnen veranderen. Maar ze waren erg druk met het dagelijks aan de gang houden van hun kerken, scholen en klinieken in de zeer arme streek: mensen die werkelijk iets kunnen betalen zijn schaars daar. Dus moest er altijd (veel) geld bij, en dat was er ook, dankzij welwillende en gulle gaven van een aantal vaste donoren. Nee, maakt U zich geen zorgen: de Nederlandse overheid was daar niet bij betrokken. Het is, zoals ik al een aantal maal vertelde, een Rooms Katholieke organisatie, die voornamelijk van zuster-organisaties in welvarender streken, met name Spanje en ook wel Italië, ondersteuning kreeg.
Nu gaat het in die landen al een aantal jaar niet zo vreselijk goed. De nieuwe richting voor ontwikkelingssamenwerking is ook daar doorgedrongen, en kwam eigenlijk met het kleiner worden van de eigen inkomsten niet zo slecht uit. Dus werd al een aantal jaar geleden aangekondigd dat er om termijn, zijnde een kleine drie jaar, gestopt zou worden met het financieren van 'lopend kosten'.
En hoe gaat dat dan? Het is een vooroordeel van me dat afspraken maken slechter gaat naarmate je verder naar het zuiden gaat. Italië en Spanje liggen een eindje naar het zuiden, Ethiopië nog een heel eind verder. Bovendien ligt Ethiopië in Afrika, sterker nog, het zegt 'proudly African' te zijn. Maar er is een probleem met het tijdsbesef van Afrikanen: zij hebben de tijd, en wij hebben de klok en onze agenda. Wat vandaag is weet men ook in Ethiopië, en over morgen heeft men wel gedachten, over gisteren veel minder en over vorige week al helemaal niet. Maar ook volgende week is ver weg, en volgend jaar ligt ver buiten het bevattingsvermogen. Voeg daarbij het probleem van de communicatie: die loopt in het Engels. Dat is voor Italianen noch voor Spanjaarden hun moedertaal, en voor Ethiopiërs evenmin. En er is nog een ander communicatieprobleem: de post werkt maar zeer gebrekkig in Ethiopië, en e-mail ongeveer net zo gebrekkig: je hebt daar namelijk werkende computers voor nodig, en die hebben elektrische stroom nodig die zowel wat aanwezigheid als wat spanning betreft regelmatig moet zijn. En dat is hij niet, dus gaan computers eerder stuk en ze zijn daar bovendien, bij gebrek aan financiën daarna ook weer slechter te vervangen of te repareren. Bovendien moet er een internet-provider zijn die doet wat hij belooft. En dat is ook zeker niet steeds het geval. Maar los daarvan: dagelijks je e-mail checken doet niemand. Als ik iemand een mailtje stuurde belde ik hem op om te vertellen dat ik dat gedaan had, en te vragen wanneer hij in de gelegenheid was om het te bekijken. En even langs gaan in die kleine afgelegen dorpjes over wegen die een 4x4-auto vragen en zelfs daarmee in de regentijd onbegaanbaar zijn, is er niet bij.
Zo ging de mededeling dat er en eind aan de financiering zou komen dus verloren. Tot de donoren zo'n paar maanden geleden eraan herinnerden dat ze per 1 januari zouden stoppen met het overmaken van periodieke bedragen.
De gebruikelijke reactie op zo'n onheilstijding is -en niet alleen in Afrika- negeren en hopen dat het wel mee zal vallen. Dat bleek het niet te doen. Dus kwam half december een brief bij de klinieken waar ik werkte binnen, dat er vanaf 1 januari geen geld meer was; of ze mogelijk zelf nog ideeën of spaarpotjes hadden om de zaak draaiende te houden. Ik heb arme Abba Telahun die mededeling een aantal maal zien doen, toen hij de brief die ook hem overviel in de klinieken bekend maakte. Dit was uiteraard ook voor 'mijn' organisatie, RDN, geheel nieuw. We vermoedden wel dat er iets speelde, maar vragen daarover werden tot voor kort (en eigenlijk ook nu nog niet) niet beantwoord.
Ik zei het al: je doet het nooit goed. Pas je je strategie aan aan veranderde, verbeterde inzichten, gaat het helemaal mis!
Weet ik een oplossing? Nee. Hoe moet het nu verder? Geen idee. Ik ben maar dokter, geen econoom. Of, zoals ik bij MSF altijd zei: ik ben van het uitgeven van geld, niet van het binnenhalen ervan. Al besef ik dat beide in evenwicht horen te zijn…
Maar ik kán me voorstellen dat de nurses, die we geacht werden te trainen in het volgen van protocollen, nu wel andere zorgen aan hun hoofd hebben dan dat.
HgrJW.
-
20 Januari 2013 - 10:40
Rob:
Heel goed dat je hier wat over schrijft want er zitten meerder kanten aan het aspect "ontwikkelingshulp". Ik ken het boek ( en nog een paar dergelijke) en het werpt een ander licht op de in het "westen" veelal aanwezige ideeën op dat gebied. Zelf heb ik eer ook van geleerd door mijn uitzending alhoewel die anders gericht waren.
Het is goed om de hulp uit het "westen" ter discussie te stellen en te kijken wat wel zinvol is.
Nog een goede tijd daar!
Groeten,
Rob
-
20 Januari 2013 - 13:39
Hugo De Vries:
Dag Jan Willem
Mijn stelling blijft "we geven helemaal geen ontwikkelingshulp maar we stelen een zak graan en strooien een handje terug onder het motto , kijk eens hoe goed wij zijn.
Als wij werkelijk zouden willen dat die landen zich zouden ontwikkelen zouden wij daar toe de ruimte moeten geven. Zowel de VS als Europa hebben zich ontwikkeld met bescherming van de eigen markt.
Als de westerse landen de ontwikkelingslanden echt die ruimte zouden geven zou dat echt geld kosten b.v. zouden grondstoffen dan voor een reële prijs ingekocht moeten worden.
Waarom mislukken de Gatt onderhandelingen steeds? De rijke landen willen goedkoop grondstoffen inkopen en vervolgens het geld binnenhalen met het creëren van een toegevoegde waarde. De westerse landen willen voorkomen dat de ontwikkelingslanden zelf die toegevoegde waarde creëren.
Ik geef even een voorbeeld": Guatemale produceert en exporteert koffie. De beste koffie wordt geëxporteerd. Daar wordt elders Nescafé van gemaakt en die importeert Guatemale dan weer. Redelijk absurd lijkt mij.
Toen wij een aantal jaren geleden in Ethiopië waren stond er en de kranten in de VS een oproep tot meer 'food aid'. terwijk tegelijkertijd de boeren in Ethiopië hun graan in de schuren moesten laten verrotten. Concureren met gratis graan is lastig. Food aid is dan ook helemaal geen hulp het is een eufemisme om van de graan overschotten af te komen . Nu is Ethiopie voor 40% structureel afhankelijk van voedselhulp terwijl en genoeg landbouwgrond is om zelfvoorzienend te zijn.
Als er dan functionele hulp gegeven zou worden dan zijn 2 elementen belangrijk
--- Haile Selassie had een vrij eenvoudige regel 'alle grond is van mij' . Daardoor willen de boeren niet investeren in de grond. Er zou snel een goed kadaster met grondrechten en grondverdeling tot stand moeten komen. Daar wordt wel aan gewerkt maar dat gaat tergend langzaam.
--- Er zou hulp moeten komen om de infrastuctuur te verbeteren. In sommige streken kunnen de geproduceerde landbouwproducten niet bij de gebruikers komen wegens het ontbreken van mogelijkheden tot afvoer.
Afgelopen herfst waren we in Nepal .In het gebied waar wij waren werden de appels 10x meer waard na aanleg van een weg.
Met mijn vader gaat het beter. De verpleging heeft nog niet opgegeven dat hij weer thuiskomt. Ook met de fysiotherapie zijn de resultaten in opgaande lijn.
Groet Hugo -
20 Januari 2013 - 15:42
Roelien Witvoet:
Lieve wijze Jan Willem, de hoogste wijsheid zal nooit de hoogste wijsheid zijn. Alle goeds toegewenst.
-
20 Januari 2013 - 17:20
Dick Van't Veer:
Het is vast wel zo: we doen het nooit goed. Niks doen is misschien een slechtere optie. Hhet heeft ook veel tijd nodig, al die naweeën van het kolonialisme. En die stammenverschillen.
En zo nu en dan dan een Jan Willem. Het ga je goed!
Dick -
28 Januari 2013 - 15:29
Nellie Van Der Meer:
Dag Jan Willem,
Veel dank voor de verhalen én de schitterende beelden. Hoe het wel moet is zeer natuurlijk zeer complex maar dat jij je steentje bijdraagt is wel duidelijk!
Nog een goede tijd en hartelijke groet,
Nellie
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley